‘Het is nu regeren met schaarste’

‘Het is nu regeren met schaarste’

Schoolbesturen bevinden zich al jarenlang in een lastig parket. Onderwijsvastgoed moet energiezuiniger worden en schoolpleinen moeten vergroenen, om nog maar niet te beginnen over het prangende binnenklimaatprobleem waar de meeste scholen mee kampen. Een strategisch beleidsplan en inzicht in de exploitatielasten liggen ten grondslag aan het succesvol aanpakken van deze thema’s. Dat is niet slechts een verantwoordelijkheid van de school, zeggen Frank van Vilsteren en Nicole Groenen van onderwijsadviseur Anculus.

Tekst: Reinoud Schaatsbergen

Anculus is in 2006 opgericht met als doel om schoolbesturen te ondersteunen rondom huisvestings- en inkoopvraagstukken. Die ambitie vond onder andere zijn oorsprong in een tot op heden bekend fenomeen: de (ongelijkwaardige) relatie tussen gemeente en schoolbestuur. “Onderwijs kreeg in die tijd te maken met de lumpsum-financiering”, zegt Frank van Vilsteren, algemeen directeur bij Anculus. “Zij kregen de verantwoordelijk voor een groot budget, waardoor een professionalisering van de bedrijfsvoering urgent werd. Zij waren in de financiële bedrijfsvoering ook sterk afhankelijk van de gemeente, die destijds nog zorgde voor de bekostiging van het buitenonderhoud bij de nieuwbouwopgave. Onderhoudsplannen die totaal niet aansloten bij de inkomstenkant waren meer regel dan uitzondering. Daarnaast begon krimp een behoorlijk thema te worden in veel wijken en dorpen, met veel minder leerlingen per schoolgebouw als gevolg en daarmee substantiële leegstand. Dat heeft directe gevolgen voor de beleidsstrategie.”

Anculus ondersteunt schoolbesturen met de ontwikkeling van strategisch vastgoed- en onderhoudsbeleid. Dit laatste door beleidsrijke onderhoudsplannen op te stellen en conditiemetingen te doen, zodat het onderhoud betaalbaar blijft. Ook op gebied van inkoop denkt Anculus mee, met als doel zoveel mogelijk geld naar de primaire processen te laten gaan. Zulke vraagstukken leven meer dan ooit. “Door de nieuwe aanbestedingswet [van 2012, red.] moesten scholen op veel strengere en lagere bedragen centraal inkopen”, vertelt Nicole Groenen, directeur bedrijfsvoering bij Anculus. Bovendien hebben schoolbesturen van 2006 tot nu meer verantwoordelijkheden gekregen: naast personeelsbeleid en financiën werden ze ook verantwoordelijk voor het buitenonderhoud en deden nieuwe onderwijsvormen zoals de bredescholen en IKC’s hun intrede. “Je maakt nu geen schoolgebouw meer zonder dat er een kinderopvang als partner in zit”, aldus Groenen.

Focus op beleid, niet op bouw

Een juiste vastgoedbeleid- en inkoopstrategie is een cruciaal fundament voor goed onderwijs. Toch is daarin een discrepantie waarneembaar, zegt Van Vilsteren: “Scholen zijn opgericht als onderwijsinstellingen, maar alles waar wij hen mee helpen, heeft niks met kwalitatief onderwijs te maken. Door de professionalisering en de groeiende complexiteit van het onderwijs zijn scholen op ondersteunende diensten zoals vastgoed en facilitair veel meer afhankelijk geworden van externe expertise. Vaak hebben scholen wel één of twee mensen voor die expertises in dienst, maar het is nauwelijks te behappen om tactisch, strategisch en operationeel hiermee bezig te zijn.”

Kortgezegd: scholen hebben flink wat op hun bordje. Anculus wil daarom ruimte creëren om die expertise ter handen te nemen. De belangrijkste tip die Van Vilsteren daarin heeft: “Schoolbesturen moeten hun strategie borgen.” Volgens de directeur lopen de werkzaamheden van schoolbesturen dikwijls teveel door elkaar heen. De focus zou moeten liggen op ontwikkelen en het uitvoeren van strategisch beleid, zodat zij zich als opdrachtgever goed kunnen positioneren. “Dus niet als bouw- of onderhoudsmanager. Weet wat je moet vragen, zodat je heldere keuzes kan maken en dus ook niet alle expertise zelf in huis hoeft te hebben. Zo positioneer je jezelf ook als een goede gesprekspartner met de gemeente, want die blijft tot in de lengte van dagen een partner in de ontwikkeling van huisvesting.”

Een duidelijke scheiding in de verantwoordelijkheden van de school en gemeente kan voor verduidelijking en efficiëntie zorgen. “Investeren hoort bij de gemeente, exploiteren bij het schoolbestuur”, aldus Van Vilsteren. “Door die rollen helder te hebben, kun je een zuiver gesprek voeren en onze ervaring is dat je er dan best goed uit komt met elkaar.” De optie om het schoolgebouw geheel te decentraliseren ziet Van Vilsteren ook niet zitten. “Gemeenten hebben een groot belang bij scholen in (nieuwe) wijken en dorpen. Het zijn belangrijke maatschappelijke voorzieningen in relatie tot de leefbaarheid. Als ze dat vastgoed loslaten, wordt het sturingsmechanisme lastig. De crux zit wat ons betreft in een zuiver gesprek waarin je elkaar op je verantwoordelijkheden mag aanspreken.”

Regeren met schaarste

Natuurlijk verschilt de behoefte aan externe expertise en een gedegen beleidsstrategie per school, schoolbestuur, alsook per gemeente. Het is dikwijls een zoektocht voor beide partijen om de juiste samenwerkingsvorm te vinden of een verantwoord financieel potje voor bijvoorbeeld verduurzaming open te breken. Daarom kijkt Van Vilsteren ook naar het Rijk. “Het Rijk moet eens bekostigen op wat ze daadwerkelijk vraagt”, zegt hij. “Duurzaamheid, binnenklimaat, toekomstgericht; deze onderwerpen vragen om een grotere investering dan het sobere budget dat nu wordt benoemd. Qua onderhoud moeten de scholen het nog steeds doen zoals dat in 1997 (Londo-vergoeding) werd bekostigd, terwijl we met steeds luxere installaties moeten werken.”

Anculus ziet daarom heil in de samenwerking tussen school en gemeente. “Trek samen op richting de overheid”, aldus Van Vilsteren. Dat brengt wellicht beweging in verbeterde bekostiging en subsidieregelingen, waar bij laatstgenoemde schoolbesturen veelal op slechts 30 procent van de financiering kunnen rekenen vanuit het rijk. Volgens Van Vilsteren is een onvoorwaardelijke zak met geld om deze opgaven aan te pakken het enige antwoord. “Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, natuurlijk, maar het moet wel de vraag zijn. Het is nu namelijk regeren met schaarste.”

‘Het is nu regeren met schaarste’


Denk ook aan de gemeente
Van Vilsteren plaatst bij bovenstaande vraagstukken een belangrijke kanttekening: de positie van de gemeente. “We kijken nu telkens naar schoolbesturen en hun verantwoordelijkheden, maar vergeet niet dat er al jaren veel op het bordje van de gemeente is gelegd”, zegt hij. “Toen het buitenonderhoud bij schoolbesturen kwam te liggen, faseerden veel gemeenten hun onderwijsmensen uit, om er jaren later achter te komen dat dit een verkeerde zet was. Schoolbesturen kunnen daarom lastig het juiste gesprek met de gemeente aanknopen; de algemeen vastgoedadviseur of -manager snapt doorgaans niet hoe de onderwijswetgeving in elkaar zit. Daarom ligt er nu een knappe opgave, zeker bij de kleinere gemeentes.”


Inzicht op lange termijn

Wachten op de overheid zit er echter niet in. Daarom is het belangrijk voor scholen om te bepalen wat nu mogelijk is. Dat kan enkel met inzicht, zeggen Van Vilsteren en Groenen. “Verduurzaming kan pas als je jouw exploitatie op orde hebt”, aldus Van Vilsteren. “Vaak denkt men dat jongere gebouwen minder energie verbruiken, maar de praktijk laat wat anders zien. Vergaar dus inzicht door metingen te doen, bijvoorbeeld op CO2, temperatuur en energieverbruik. Zo kun je structureel sturen op wat misgaat, een duidelijke visie vormen en daar strategisch beleid op maken. Dan weet je ook welke vragen je moet stellen rondom het opstellen van het Integraal Huisvestingsplan (IHP), die verplicht wordt, want dat heeft invloed op onderhoud en onderwijsconcepten.”

Zeker op vlak van duurzaamheid zijn er keuzes te over. Wat dan als eerst aangepakt moet worden, is niet altijd evident. Inzicht in het energieverbruik is dan de eerste stap. Daarnaast stelt Anculus enkel nog (duurzame) MJOP’s op. Op basis daarvan kan besloten worden of bijvoorbeeld de verwarmingsketel vervangen moet worden, of nog even door kan. “Het meerjarenonderhoudsplan (MJOP) gaat uit van vervangingen, dus daar kan je berekeningen op loslaten”, zegt Groenen. “Welke investering doe je nu versus wanneer je hem hebt terugverdient, bijvoorbeeld. Dat inzicht op de lange termijn is belangrijk. Een IHP heeft namelijk een vaststaande doorlooptijd van vier jaar, terwijl je als school eigenlijk op de zestien jaar erna ook beslissingen moet nemen.”

Prioriteren

Meten = weten, blijkt ook hier het adagium. Van Vilsteren tipt bovendien om als eerste naar de energierekening, de CO2-metingen en de exploitatielasten te kijken. “Daar zul je zien welk laaghangend fruit er is en welke oplossingen meer tijd kosten”, zegt hij. “Een klimaatprobleem los je bijvoorbeeld niet overmorgen op. Elke school gaat daarom op een gegeven moment naar zijn bestuur moeten en zeggen: ik heb geld nodig voor een nieuw systeem.”

Laatstgenoemde is natuurlijk een heikel punt, want een bestuur heeft doorgaans meerdere scholen met precies datzelfde probleem. In dat geval is het een kwestie van prioriteren, zegt Groenen. “Kijk specifiek per gebouw welke oplossingen mogelijk zijn. Sommige klimaatsystemen zijn bijvoorbeeld makkelijker aan te passen dan andere. Recent maakten wij een investeringsraming om meerdere gebouwen op Frisse Scholen Klasse B of C te krijgen, daar zagen wij al verschillen in de bedragen. Dat koppel je vervolgens aan een strategie per gebouw. Dan kun je met de gemeente kijken wanneer de vervangingsmomenten zijn en prioriteiten stellen.” Op die manier is er altijd een gesprek mogelijk, stelt Groenen. “Dat begint met inzicht: waar hebben we het concreet over? Een klimaatprobleem is er namelijk al snel, dus zet het ambitieniveau tegenover het acceptatieniveau zodat je gerichter maatregelen kan prioriteren.”

Gewenst gedrag faciliteren

Prioriteren lijkt op dit moment de heilige graal van onderwijsvastgoed te zijn. Met gedegen inzicht creëer je daarvoor bovendien een fundament om de te maken keuzes aan alle betrokkenen uit te leggen. Dergelijk strategisch beleid ligt ten grondslag aan deze aanpak, die eventueel valt uit te besteden aan een partij als Anculus. Die hulp stopt bovendien niet bij het vastgoed. “Wij denken dat duurzame scholen niet alleen voorkomen uit het gebouw, maar in het gebruik en in de bewustwording”, aldus Van Vilsteren. “Naast dat gebouwen circulair of energieneutraal worden gebouwd, moet er ook aandacht zijn voor de functionaliteit van de school. Dat leerlingen en leerkrachten zich bewust zijn van het energieverbruik en duurzaamheid een thema is in het lesprogramma. Al maak je maar een Week van de Duurzaamheid.”

Architecten kunnen hier aan bijdragen, stellen Van Vilsteren en Groenen. “Het Programma van Eisen (PvE) wat je samen opstelt met de school is daarin een essentieel kader”, zegt Van Vilsteren. “Dat moet omarmd worden door het ontwerpteam en moet ook in de gesprekken met de gebruikers een continu thema zijn. De leerlingen en leerkrachten kunnen namelijk aangeven wat wel en niet werkt, dus daarin heb je elkaar nodig. Wat ons betreft moet de architect dan ook meer op de functionaliteit zitten en minder op de smoel van het gebouw.” Oftewel, zoals Groenen het stelt: “Het gebouw moet het gewenste gedrag kunnen faciliteren.”


‘Het is nu regeren met schaarste’Anculus is de hoofdsponsor van het Duurzame & Gezonde Scholen Congres 2022. Op deze dag, georganiseerd door Stedebouw & Architectuur, zetten we concrete stappen voor een gezond binnenklimaat, financiering en samenwerking binnen onderwijsvastgoed door samen met overheid, schoolbesturen en de markt de discussie open te breken.

Mis het niet: meld je nu aan voor het Duurzame & Gezonde Scholen Congres 2022. Werkzaam in het onderwijs? Dan krijg je ruim 50 procent korting op de toegangsprijs!

permalink

Naar het overzicht

Terug naar boven